RDW

Na binnenkomst moet er een nummertje getrokken worden en is het wachten op de beurt. Bij een vriendelijke mevrouw of meneer moeten de Duitse papieren ingeleverd worden. Het is aan te raden het niet verplichte cvo ook in te leveren als die er bij zit. Vervolgens moet een identiteitsbewijs getoond worden voor de tenaamstelling. De auto wordt dus op naam gezet van de persoon die persoonlijk zijn identiteitsbewijs overlegd! Daarna moet de auto naar binnen voor een inspectie. Er worden voor EU auto's maar een paar zaken gecheckt. Dit zijn het ingeslagen chassisnummer en wat kenmerken die de juistheid van de documenten ondersteunen. Hierna is de keuring al klaar en kan de rit terug naar huis beginnen.

Belastingdienst

Thuis gekomen kan de BPM aangifte ingedient worden. Het is goed om te weten dat de verwerkingstijd 7 werkdagen zal zijn. Gedurende die tijd mag er niet met de auto gereden worden. In principe zal er na 7 werkdagen een bericht van de belastingdienst komen met de vastgestelde BPM. Deze kan het beste meteen betaald worden, want pas na ontvangst van de betaling door de belastingdienst wordt het kenteken aangemaakt!

Het overmaken kan tegenwoordig van iedere Nederlandse bank en de BPM is dan binnen een paar secondes bij de belastingdienst binnen. Een spoedopdracht is tegenwoordig niet meer nodig.

Gatenkaasmethode

Vroeger was er de gatenkaas methode. Dit hield in dat er zo veel mogelijk extra's uit de auto verwijderd werden, om te voorkomen dat er BPM over geheven wordt. Dit werd de gatenkaasmethode genoemd omdat het dashboard na de leeghaal actie er uit zag als gatenkaas. Het ziet er naar uit dat de belastingdienst naar aanleiding van mediaberichten hierover de instructie heeft gekregen om extra streng te controleren. Meerdere handelaren hebben er al melding van gemaakt dat de lijst met extra's bij de importeur of desnoods de fabriek wordt opgevraagd. Dit gebeurt vooral bij dure duitse auto's. Het gevolg daarvan is dat de belastingdienst BPM heft over alle opties waarmee de auto nieuw geleverd is. Het is momenteel niet duidelijk of dat een juiste interpretatie van de wetgeving is. Op de website van de belastingdienst staat het volgende:
Extra opties, accessoires en bijzondere uitvoeringen maken deel uit van de netto catalogusprijs. Hierover moet u dus ook bpm betalen. Als u aangifte doet, dan zal de Belastingdienst de personenauto, bestelauto of motor controleren op de aanwezigheid van opties en accessoires.
De gatenkaasmethode is dus niet meer relevant.